Nadat de Wit-Russische hoofdstad Minsk tijdens WOII bijna volledig door bommen werd verwoest, is de stad grotendeels opnieuw opgebouwd. De nieuwe stad zou in niets lijken op de stad die het ooit was. Het zou een ruim opgezette modelstad moeten worden, een utopisch oord, het ideaalbeeld van de Sovjetarchitectuur. In het nieuwe Minsk worden de strakke woonflats afgewisseld door Stalinistische bouwwerken en groene uitnodigende parken. Er wordt gefietst en gewandeld in de brede, parmantige straten. Het is er zo schoon dat het lijkt alsof er in werkelijkheid niemand leeft, alsof een façade wordt optrokken die het echte leven aan het zicht onttrekt. Heel langzaam wordt het kapitalisme toegelaten. Onder een groot oorlogsmonument heeft de KFC de deuren geopend. Ondanks het gemiddelde maandsalaris van ongeveer €400,- lijkt de opmerkelijk jonge bevolking welvarend en tevreden. Groepjes jonge militairen, in ouderwets uniform en met te grote pet op het hoofd, zijn niet te missen in het straatbeeld en benadrukken de dictatuur die Wit-Rusland nog altijd is. Door president Aleksandr Loekasjenko heeft het land de twijfelachtige eer ‘de laatste dictatuur van Europa’ te worden genoemd. Sinds 1994 voert ‘Loeka’ een schrikbewind die het tegenstanders onmogelijk maakt oppositie te voeren. Kritische geluiden worden met harde hand gedempt. De militairen op straat, in ouderwetse uniforms, de politie en de KGB zorgen dat iedereen in de pas blijft lopen. Minsk; de illusie van het perfecte leven.